Er zijn nu prachtige stabiele leergierige en slimme pups beschikbaar

Pups en honden 

Fokken van een evenwichtige en stabiele pup

Heupdysplasie

voorkomen!

De Hunneheide, Zeijerweg 32, 9487TB Ter Aard. Telefoon: 06-14798999 Mail: glveneboer@gmail.com

Homogeniteit versus diversiteit

Waarom kiezen we voor bepaalde rassen en waarom kruisen van bepaalde rassen?
Dan rijst de eerste vraag direct op, wat zijn eigenlijk rassen?
Hondenrassen zijn ontstaan vanuit bepaalde behoeftes van de mens. Hondenrassen hebben bepaalde overeenkomstige eigenschappen. Door middel van selectie worden bepaalde eigenschappen versterkt binnen een ras.

Binnen een ras zijn er grote verschillen, binnen een nest met dezelfde ouders (genenpolen) en met dezelfde omstandigheden waarin de pups opgevoed worden zijn er grote verschillen.
Door middel van een zeer strenge selectie van de ouderdieren waarmee gefokt wordt kun je bepaalde eigenschappen die wenselijk zijn versterken.

Helaas komen er steeds meer gezondheidsproblemen in rashonden voor. En dat heeft een reden. De oorzaak zijn de regels van de rasvereniging zelf, dat is nooit de bedoeling geweest, de regels zijn opgesteld om juist het ras te beschermen. Er werd gefokt op homogeniteit, alle honden van een bepaald ras moeten dan op elkaar lijken. Helaas zit hier een keerzijde aan, namelijk dat de genenpolen te klein worden. Niet alleen goede eigenschappen worden vererfd, maar ook eigenschappen die je liever niet ziet.
Het grote probleem is te weinig diversiteit.

Diversiteit

Voor het fokken van pups die geschikt zijn om als assistentiehond te dienen is er een uiterst strenge selectie van de ouderdieren waarmee gefokt wordt. Inmiddels heeft de ervaring geleerd om niet te fokken op homogeniteit maar op diversiteit.
Hoe verkrijg je nu diversiteit?
Door de regels van het fokken met rashonden (ooit door de mens bedacht) los te laten.

Dat was destijds best een ding, dat deed je niet, het was dwars tegen de gevestigde orde in.
Toch is dat wél gedaan, met als overtuiging om het beste van 2 “rassen” te kunnen combineren. En natuurlijk ga je dan een experiment aan, want je weet niet van tevoren hoe dat uit gaat pakken. Inmiddels zijn we een 10-tal jaren verder. En ja, het ene nest is het andere niet. Er zit verschil in combinaties, er zit in ieder nest veel diversiteit en pups verschillen onderling behoorlijk, ondanks dat ze dezelfde ouders hebben en onder dezelfde omstandigheden opgroeien. Van die diversiteit wordt dankbaar gebruik gemaakt. Enerzijds door de beste pups uit zo’n nest zelf te houden, om daar verder mee te fokken. Anderzijds is die diversiteit heel fijn, immers mensen verschillen ook behoorlijk onderling. Het is fijn om hele verschillende karakters te hebben, op die manier is er voor ieder mens en ieder type assistentiehond een geschikte pup.